Podagra
Vanochtend keek ik nadenkend naar mijn rechtervoet. Sinds ruim een week is die zo ongeveer onbereikbaar voor me geworden. Hoort zo'n voet eigenlijk nog wel bij me?
Al eerder heb ik een jichtaanval gehad, maar meestal was die snel weer onder controle. Nu lukte dat niet. Mijn knie voelt warm aan en is sinds vanochtend ook dikker. Afgelopen vrijdag verstrekte de huisarts me prednisolon, een paardenmiddel, dat zo tegen zo ongeveer alles helpt. Het werd er de afgelopen dagen niet beter van. Maar sinds een uur of zes heb ik het idee dat de pijn wat milder is en dat ik beweeglijker ben.
Een veteraan uit het VA Hospital in Birmingham, Alabama zei het ooit zo:
“I’ve been shot, beat up, stabbed and thrown out of a helicopter, but none of that compared to the gout.” Dat vergelijkingsmateriaal heb ik niet, maar ik kan wel getuigen dat de pijn soms vlammend is. Maar laat ik niet klagen; er valt op een dag ook nog heel wat te lachen.
Afgelopen week heb ik wel zo goed mogelijk mijn werk als examinator bij de staatsexamens gedaan. Komende week nog drie dagen en dan is het vakantie. Ik bivakkeer sinds gisteren in een gebouw dat kloosterachtig aandoet: lange, niet al te brede gangen en de lift is helemaal aan het eind. Maar de middagpauze is lang genoeg om heen en weer te strompelen en op tijd terug te zijn.
Podagra, soms afgekort tot het Pootje komt in de literatuur geregeld voor. Huygens was bijvoorbeeld bang dat hij er een erfelijke aanleg voor had. Willem G. van Focquenbroch gebruikte het als verwensing:
'k Wensch dat hy voelen mag de Turksche slaverny.
'k Wensch, dat hy eeuwen lang aan 't podagra mag weenen;
Die op my heeft gebraakt dees valsche klappery,
En die veroorzaakt heeft kwansuis myn blaauwe scheenen.
Gerrit van der Linde Jzn, De Schoolmeester dacht dat jicht niet zo erg was als onderwijzer zijn:
Schoolmeesters
Hij die, uit vrije keus,
En in zijn achterkamer,
Met hoofdpijn als een hamer,
En volgestopte neus,
Met klemming op zijn water,
En lusten als een kater,
En met een stijve nek,
En vijf gebroken ruiten,
En deuren, die niet sluiten,
en ‘t Pootje in zijn kuiten,
Er uitziet als een gek;
Is min nog te beklagen
Dan hij, die drie paar dagen,
In ‘t woelziek schoolvertrek,
De veestlucht en de drek,
De snotneus, d’Ezelsvragen,
‘t Afzichtelijk nagelknagen,
Het krabblend luis-verjagen,
De vuile witte-kragen,
En ‘t hartverduiv’lend plagen
Der Jonkheid moet verdragen.
Ervaring met jicht zal hij niet gehad hebben: jicht komt alleen voor in gewrichten en dus niet in de kuiten.
Beroemd werd de Boutade van P.A. de Génestet, waarin de jicht aan Nederland wordt gekoppeld:
O land van mest en mist, van vuilen, kouden regen,
Doorsijperd stukske grond, vol killen dauw en damp,
Vol vuns, onpeilbaar slijk en ondoorwaadbre wegen!
Vol jicht en parapluies, vol kiespijn en vol kramp
O saaie brij-moeras, o erf van overschoenen,
Van kikkers, baggerluî, schoenlappers, moddergoôn,
Van eenden groot en klein, in allerlei fatsoenen,
Ontvang het najaarswee van uw verkouden zoon!
Uw kliemerig klimaat maakt mij het bloed in de aderen
Tot modder; 'k heb geen lied, geen honger, vreugd noch vreê.
Trek overschoenen aan, gewijde grond der Vaderen,
Gij - niet op mijn verzoek - ontwoekerd aan de zee.
Er zijn meer vindplaatsen, maar dit lijkt me wel even genoeg. Morgen (of overmorgen, of volgende week/maand) huppel ik weer.
Pelgrim, man, 123 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende