Ik heb de geur van zijn hoeven in mijn huid

Elke keer als ik hier mijn scheepje aanleg, bedenk ik dat het lang geleden is. Dit is geen haven die ik geregeld aandoe. Meestal kom ik hier om even de luwte te zoeken, de stormen te ontwijken. De golven moe, de tegenwind moe, niet langer in de nevel willen turen naar waar ik op zal stuiten.

Het is bijna vakantie. Op dit moment ben ik aan het werk, al hoef ik er niet veel voor te doen. Opletten op drie kinderen die zwoegen op een toets natuurkunde. Ik heb met ze te doen, hoewel ik geen medelijden heb. Ze hebben sterke schouders, die nog veel zullen moeten en kunnen dragen.

Ik lees tussendoor gedichten van Fleur Bourgonje. Zij is zo'n beetje de meest onderschatte hedendaagse schrijfster. Haar proza is poëtisch en gaat altijd over belangrijke dingen. Over hoe het misgaat tussen mensen, maar hoe er altijd de hoop blijft. Over hoe de herinnering in je kop kan blijven zeuren en hoe je toch verder moet.

Haar gedichten hebben dezelfde thema's. In de bundel Pitten schieten is er een cyclus 'Herinnering', waarin de herinneringen vergeleken worden met hoe het inregent in een huis:

Zo slaat wat op regen lijkt
de ziel binnen: drempel uitgehold
buitendeur los van scharnier
grendel versleten

ligt op de bodem tot waaien begint
er lucht bij komt
het nevel wordt -

Het is haar vader die door de spleten van de ziel binnenkomt. Als regen, als nevel. En altijd weer de paarden en de honden die in het hele oeuvre van Fleur Bourgonje dwalen. Vader was smid en moest de paarden beslaan, hoewel hij er bang voor was. Zijn dochters moesten de rekeningen bij de boeren brengen. De waakhonden rukten aan hun ketting als de meisjes het erf op reden.

Vader wordt in deze gedichten zelf een paard: 'ik heb de geur van zijn hoeven in zijn huid'. Uiteindelijk laat ze hem gaan:

Zo laat ik hem gaan.
Zo dweil ik de vloer en vergeet
wat hij deed, dicht de spleten
met tijd

de drempel is laag in de droom
maakt niet uit



maakt niet uit -

Weer het streepje aan het eind van het gedicht, zoals ook Emily Dickinson deed. En dan dat hele stuk wit, totdat de schrijfster herhaalt 'maakt niet uit'. Ze heeft het al gezegd, zwijgt een tijdje en zegt het nog een keer. Tegen ons? Of moet ze het tegen zichzelf zeggen om zichzelf te overtuigen? Dat laatste, denk ik. En dat het eigenlijk wel uitmaakt, maar dat ze graag wil dat het niet uitmaakt.

In deze weken is het druk. Zo druk dat ik er midden in de nacht van wakker wordt en daarna een paar uur lang niet meer kan slapen. Geen gepieker, maar ook geen slaap. Juist in deze tijd moet ik maar veel gedichten van Bourgonje lezen.

Juist in deze tijd is er veel boosheid en angst. Die wordt aangejaagd. Ik snap dat nauwelijks. We leven in een mooie tijd en een mooi land. Ons ontbreekt nauwelijks iets. En die doden in Berlijn? In het verkeer vallen er meer en daar hoor je niemand over. De kans dat je door een aanslag om het leven komt is nog nooit zo klein geweest.

Laten we gedichten lezen en even stil worden. Laat het waaien stoppen, laat de golven afvlakken. Even de luwte. Het komt goed. Het is al goed.
22 dec 2016 - meld ongepast verhaal
Weet je zeker dat je dit verhaal wilt rapporteren? Ja | Nee
Profielfoto van Pelgrim
Pelgrim, man, 123 jaar
   
Log in om een reactie te plaatsen.   vorige volgende