Ver van de natuur
Zondag ging ik met mijn lief een eind fietsen. Zo'n vijftig kilometer, vermoed ik. De streek kende ik vaag, maar zeker niet tot in detail. Er waren gedeelten met nieuwe fietspaden, door nieuwe natuur. Wat mij betreft is alles wat groeit en bloeit natuur, dus ook een akker of een volkstuin. Maar sommige mensen vinden dat dat cultuur is: aangelegd door de mens, immers.
Als je zo redeneert, is er geen natuur meer in Nederland. Het laatste oerbos, bij Apeldoorn, werd in 1871 'gesloopt', zoals dat toen heette. Dat was trouwens geen succes: de prijs van het hout kelderde doordat er zoveel tegelijk op de markt kwam. Een deel van de oude bomen is zelfs als sigarenkistjes verwerkt. De grond bleef drassig en van alle mooie plannen die men indertijd had, kwam weinig terecht.
Of we nog oorspronkelijke ruigte hebben, weet ik niet. Kester Freriks heeft er een boek over geschreven, maar dat heb ik dan weer niet gelezen. Een van de frustraties in mijn leven is het grote aantal boeken dat ik niet tot mij genomen heb.
Die nieuwe natuur waar ik doorheen fietste, die uitgegraven watertjes naast het fietspad, dat ingezaaide (ingepote?) riet, de daar uitgezette kikkers (denk ik) - ik vind het allemaal prima. Blijkbaar is dit natuur zoals we die willen. Maar we zijn natuurlijk geen natuurmensen meer.
Zou ik in de natuur kunnen overleven? Daar twijfel ik sterk aan. Op het bedrijf van mijn broer werkt een Pool die konijnen vangt, bij de rand van het bos. Mijn broer heeft hem al gewaarschuwd: in Nederland mag dat niet en je kunt er een fikse boete voor krijgen. Volgens de Pool heeft onze lieve Heer de dieren voor iedereen bedoeld. Die zijn vrij en hebben geen eigenaar.
Laatst vroeg hij mijn broer te eten en het vlees dat mijn broer op het bord kreeg was verrukkelijk. Het bleek hert te zijn. Die Pool bleek een hert met zijn blote handen te kunnen vangen! Wij kunnen niet eens op vijftig meter afstand van een hert komen, maar de Pool observeert het dier en weet precies wat hij moet doen. Hij vangt het en doodt het.
Dat kun je gruwelijk vinden, maar mijn eerste reactie was bewondering. Het lijkt me ook een faire strijd tussen mens en dier. Geen geweer, geen strik - blote handen. De Pool jaagt, zoals dieren jagen: met het lichaam dat de natuur hem gegeven heeft. Dat is niet wreder dan de kat die een mus pakt, of de ijsvogel die een vis uit het water hapt.
Toen ik het verhaal hoorde, besefte ik hoe ver wij verwijderd geraakt zijn van de natuur: we eten vlees waarin we het dier nauwelijks nog herkennen en groente die schoongemaakt en fijngehakt is, zodat we niet echt meer kunnen zien hoe die uit of van de grond komt.
Tegenwoordig fiets ik op zaterdag vaak naar de markt om daar de groente halen die ik in het supermarktje om de hoek niet aantref: raapstelen bijvoorbeeld. Je moet ze zorgvuldig wassen en sorteren, want altijd zit er wel iets van onkruid tussen. Maar de stamppot die je ermee kunt maken is heerlijk. Het heeft iets ambachtelijks en misschien heb ik op zo'n moment wel de illusie dat ik toch niet helemaal weggeraakt ben bij de natuur. Dat is onzin natuurlijk, maar laat mij maar even in die waan.
Pelgrim, man, 123 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende