'Senang.'
Naar aanleiding van een 'brief' van m'n vader heb ik dit maar eens opgezocht:
‘Senang’ is het woord dat op een schildje aan de gevel van ons huis hangt. Het betekend iets als: ‘Warmte, gezelligheid en vriendschap’. Mijn moeder heeft het opgehangen na het vertrek van mijn vader. Hij verpestte namelijk de sfeer, zonder hem zou het wél gezellig worden. Aldus mijn moeder. Gek genoeg geloofde ik haar. Ik had een hekel aan mijn vader, ik heb hem gehaat, écht gehaat. Ik dacht namelijk dat hij de reden was dat ik elke dag met een misselijk gevoel naar huis ging, de paniek binnen mij uitbrak als ik hem thuis hoorde komen. De reden dat ik liever de hele dag met honger in bed lag dan even snel naar benden voor een broodje. Ik was ook blij toen hij eindelijk weg was. Ik beloofde mezelf hem nooit meer te zien. Nooit meer. Maar al gauw kwam ik erachter dat hij niet de reden was voor het misselijke gevoel. Nee, die reden woont nog altijd hier in huis. Zodra mijn vader weg was, was het mijn broer die zijn rol overnam. Hij kreeg al het gezeur over zich heen, de problemen die er niet waren, maar verzonnen werden. Het geschreeuw, de verwijten, het hele circus waarin hij werd neer gezet als de grote artiest. Het als bij mijn vader, alleen konden zij niet van elkaar scheiden. Toch had ik wel iets dergelijks verwacht. Ik wist dat ík het niet zou pikken als mijn moeder dit tegen mij zou doen. Maar hij wel. Hij zat er niet mee. Alsof hij een stalen pantser om zich heen had, het maakte hem echt niet uit. In mijn ogen is hij altijd wel gesloten geweest, maar dit had ik niet verwacht. Mijn moeder was meer dan wekelijks overstuur, witheet van woede of frustratie. Mijn broer, tja, dat was de grote boosdoener. Tegen hem begon ik ook een afkeer te ontwikkelen. Nu dacht ik van hem dat hij de reden was waarom het maar niet gezellig, niet warm en huiselijk, wilde worden thuis. Ik begon me aan hem te ergeren, wilde hem zo weinig mogelijk zien en had het liefst dat hij verdween. Met of zonder koffers, als hij maar weg was. Ik wilde hem niet meer zien.
Naarmate de tijd verstrijkt en mijn broer door zijn studie minder in huis is, schuift ook zijn ‘rol’ weer door op de volgende persoon. En dat ben ik. Ik ben nu degene die het gezeur, het geklaag en de verwijten krijg. Natuurlijk, een ‘gezinsleven’ bestaat ook een gezeur en geklaag jegens elkander, maar bij ons ís dat het gezinsleven. Ik zat vroeger zo weinig mogelijk in 1 kamer met mijn ouders om de ruzies te ontwijken, tegenwoordig om het gezeur te ontwijken. Noem me laf en zwak –dat is het waarschijnlijk ook wel- maar ik heb d’r gewoon geen zin meer in. Toen mijn vader het huis uit ging verwachte ik oprecht dat het beter zou gaan worden. Daar heb ik ook m’n best voor gedaan, maar het wilde niet veel schelen. Ach, jammer dan. Ik ben er nu gewoon redelijk klaar mee. Het gaat ook wel redelijk goed, zolang het niet weer escaleert. Dat gebeurt nog zo’n 2 a 3 keer per maand. Echt ‘Senang’ zal het hier nooit worden, vind ik. ‘Omdat jij je er niet voor inzet!’ vind mijn moeder.
Cheers,
Joint.
Joint, man, 33 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende