Voorwoord
Een boek schrijven. Wie wil dat nou niet? Ik. Ik heb nooit een boek willen schrijven. Waarom ik het nu dan toch ga proberen? Ik zou het niet weten. Waarschijnlijk is er iets in mij dat zegt: ‘Alwin, kijk nou eens man! Elke keer dat jij een boekenwinkel inloopt ligt daar woorden diaree met een kaft eromheen. Dat kan jij toch ook? Kommop! Schrijven jij’. Zo’n stemmetje is best wel gezellig hoor, begrijp me niet verkeerd. Altijd leuk om iets te hebben om naar te luisteren. Zeker nu mijn MP3 speler kapot is, al een tijdje trouwens. Ik had hem gekocht bij de MediaMarkt voor –wat ik toen vond- een redelijke prijs van €90. Acht hele gigabites aan ruimte voor muziek, foto’s films en andere dingen. Oordoppen erbij, gebruiksaanwijzing –meteen doorverwezen naar de prullenbak- en een CD-rommetje om alles op de P.C. te kunnen instaleren. Alles ging lekker vlot, totdat ik wat nummers op de speler wou zetten. Hoe werkt dat nou –gebruiksaanwijzing terug uit de prullenbak gevist-? Twee hele dagen heb ik ervan kunnen genieten. Niet langer, niet korter. Toen ik opschool het ding uit mijn broekzak viste besloot het scherm ermee te stoppen. Nouja, de helft dan. De andere helft besloot nog lekker door te gaan met zijn werk. Een half scherm is beter dan geen scherm dacht ik, en stopte de MP3 weer in mijn zak. Even later vond ik het toch wel een beetje zonde. Als scholier moet je hard werken voor je paar centjes, het geld ligt niet op straat –als het dat wel doet, is het vastgeplakt door een grappenmaker die met een camera en een grote glimlach om het hoekje staat te wachten totdat er een drol is die zijn vastgeplakte euro’s op wilt rapen- en om loonsverhoging hoef je ook nergens te vragen. Dan ben je al gauw brutaal, doe je niet je best en heb je een echte ‘patat generatie instelling’. Wat dat ook mag zijn.
In dit voorwoord wou ik eigenlijk mijn reden te schrijven nader naar u, mijn lezer en slachtoffer, brengen. Ik kloot al een tijdje wat aan met kortte verhaaltjes, columns op een site hier en een schoolkrant daar en hoor vaak dat ik er meer mee moet doen. Als ik vervolgens van de schoolkrant een papieren hoedje vouw en zeg: ‘Kijk, ik heb er meer mee gedaan!’ snappen ze de grap vaak niet. Humor is eigenlijk de kern van mijn bestaan. Hoe dramatisch dit ook mag klinken, humor; daar leef ik voor. Ik hang graag de clown uit, laat mensen graag lachen en luister zelf ook graag naar een grappig persoon, zoals balkenende die weer eens een toespraak geeft. Serieus kan ik echter ook zijn, zo nu en dan. Dat schijnt te moeten. Kennelijk wordt je niet geaccepteerd in deze maatschappij als je ook de mogelijkheid bezit om mensen dood te vervelen. Leraren, Politici en Youp van het Hek zijn hierin goede voorbeelden. Helaas kan je niet al grappend door het leven komen, soms moet je ook even serieus zijn. Een grapje tegen een politieagent is al snel ‘bijdehand’, een grapje tegen een leraar is al snel ‘meld jij je maar even na schooltijd’ en een grapje bij de tandarts die op het punt staat een kies te trekken is al snel ‘oh, nou heb ik door het lachen de verkeerde kies te pakken.’.
Tot zover mijn voorwoord, wordt vervolgd.
Joint, man, 33 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende