Beste psycholoog

Beste psycholoog,

in januari heb ik mijn eerste afspraak met een psycholoog, met u. Het lijkt me dat ik dan duidelijk moet aangeven waarom ik die afspraak met u heb gemaakt. Uw collega vroeg er al naar bij het maken van de afspraak, via de telefoon. Ik, niet goed uit mijn woorden komend, brabbelde iets van "vermoeidheid" en "gewoon niet zo lekker in m'n vel". Dat zijn echter niet de klachten waarvoor ik die afspraak heb gemaakt. Echter, niet helemaal.

Het verhaal is namelijk dat ik er een beetje doorheen zit, zoals dat zo mooi kan worden gezegd. Persoonlijk denk ik dat bij het ziek worden van mijn moeder, er iets in mij is geknapt. Ziet u, ik heb aardig wat op mijn bordje gehad de afgelopen jaren. Dit laatste heb ik zelf nooit zo bewust gedacht hoor. Nee, dat is mij ondertussen een paar keer verteld door een goede vriendin, ouders en huisarts. Dus goed, ik bedacht me dat het blijkbaar niet erg gangbaar was, zoveel gedoe in een paar jaar. Blijkbaar heeft niet iedereen daar last van. Weet u, ik heb het altijd aardig goed gedaan. En blijkbaar vindt men dat ik dat nog steeds doe. Al een flink aantal keer heb ik te horen gekregen: "Ik vind het zo knap hoe jij het doet. Je blijft zo positief en sterk." Ja, misschien is dat zo inderdaad, maar dat doe ik niet bewust. Je leeft ermee, je moet wel. Ik heb niemand uitgescholden, vermoord, geslagen of weet ik veel wat voor uitbarstingen op iemand afgevuurd. Ik heb geen gekke dingen gedaan, heb mezelf niet in de goot laten belanden door onwijs aan de alcohol en drugs te gaan. In plaats daarvan ben ik doorgegaan met school, heb ik mijn vwo-examen gehaald en heb ik geprobeerd zoveel mogelijk liefde te geven aan mijn familie. Wel heb ik destijds een verkeerde studiekeuze gemaakt, maar dat is zelfs uiteindelijk een supergoede beslissing geweest. Ziet u, door al dat gedoe was ik nog helemaal niet toe aan studeren. Het kon niet, ik had nog tijd voor mezelf nodig. Dus na drie weken was ik gestopt met die studie. Klaar ermee. Die rust die ik toen had, niks meer moeten, dat was zalig. Een grote stap in dat tussenjaar was het besluit om met een vriendin 5 weken naar Thailand te gaan. Hier thuis vonden ze dat afschuwelijk, maar dat was voor mij het moment dat ik duidelijk voor mezelf koos. En ja, dat was hard nodig. Sinds ik terug ben laten ze me hier ook veel vrijer en kies ik ook makkelijker voor wat ik zelf wil. Het was een bevrijding, die reis. Het liet me toen ik terug was ook kiezen voor een baantje dat mij erg leuk leek. Voorheen zou ik te bang geweest zijn dat ik het niet aan zou kunnen, dat ik er te moe van zou worden. Nu was ik niet bang, ik ging ervoor. Goede beslissingen en acties, die heb ik ook zeker gehad.

Waarom ik dan bij u kom vraagt u? Nou, omdat het niet allemaal rozengeur en maneschijn is. Het is namelijk zo dat die "sterke, positieve" houding vooral naar anderen goed heeft gewerkt. Ook wel naar mezelf hoor, ik heb altijd eigen psycholoogje gespeeld en dat is zeker goed geweest voor zelfkennis en rust. Toch heeft dit ook een zeer nadelige kant gehad, zoals alles voor- en nadelen heeft. Laatst sprak ik een vriendin die bij mij op de middelbare school heeft gezeten. Zij is nu een van mijn beste vriendinnetjes, maar op de middelbare school kenden we elkaar nog nauwelijks. Zij vertelde mij dat ze mij altijd heel stoer vond. En zo ook de anderen waarmee ze destijds omging. Bleek ook toen ik op een feest laatst een jongen van mijn middelbare school tegenkwam, die hetzelfde zei. Ze vonden me stoer en "cool", omdat ik mijn eigen gang ging en me niks aantrok van anderen. Dat was ook zo beste psycholoog, het boeide me niks wat die mensen van mij dachten. Maar dat was niet "stoer" en "cool". Het was een meisje die ziek was en dacht dat toch niemand haar begreep, Die wel sociaal kon doen zodra er tegen haar gepraat werd en heus af en toe wel een bijdehante opmerking/grap kon maken, maar die ondertussen niemand binnen liet. Ze hoefde niks van die mensen te hebben want zij dachten toch alleen maar aan oppervlakkige dingen. Zij zaten toch op een andere golflengte. Dus waarom zou ik wat van die mensen aantrekken? En tegelijkertijd stak het, deed het zo'n pijn. Want wat wilde ze graag zoals zij zijn, wat wilde ze graag mee uit en de energie hebben om van die gesprekken te voeren en te lachen. Wat wilde ze graag begrepen en gesteund worden door die mensen. Vroeger was ze dat meisje, dat altijd de leukste van de klas was. Ze ging met iedereen leuk om en probeerden zo een leuk geheel te creëren van de klas. Op de basisschool wilde ze al dolgraag uitgaan en naar de stad. Ze bruiste van de energie en was dol op buiten spelen en leuke dingen doen. Dat meisje was weg, tegen de tijd dat ze 16 werd en dus eindelijk echt mocht stappen, kon ze alleen nog maar op de bank liggen en slapen. En omdat ze al die dingen zo graag wilde, maar niet meer kon, stootte ze die mensen van zich af. Ze werd een "stoere, coole meid die haar eigen ding deed zonder zich wat aan te trekken van anderen. Anders dan die andere meiden, die meteen allemaal Uggs kochten en er hetzelfde uit wilde zien." Uhu, ja. Heel stoer.. Een gesprek kostte mij destijds teveel energie. Weet u hoe vermoeiend het is om naar iemand te luisteren, de woorden door te laten dringen en dan OOK nog eens woorden te bedenken om wat terug te zeggen? Nee, dan is het makkelijk om geen moeite te doen om die mensen te leren kennen. Dus ging ik om met de mensen die nooit uitgingen en die ik eigenlijk dodelijk saai vond. Ik paste mijn eigen normen aan en vormde mij tot een van hun.

Het is niet dat ik nog wrok heb daarom, die periode heb ik afgesloten. Alles heeft een rede en die ziekte heeft mij wel gemaakt tot wie ik nu ben. Daar ben ik blij mee. Het gaat nu beter en ik doe nu wel de dingen die ik leuk vind en heb ook fantastische vriendinnen. Afgelopen zomer heb ik dat zielige hoofdstuk afgesloten. De ziekte is chronisch, maar de pijn niet. Echter, er is wel een blijvend probleem uit voortgekomen: ik ben mensenschuw. Het gekke is, ik ben hartstikke leuk en sociaal, helemaal als ik me op m'n gemak voel. Toch heb ik een grote angst voor mensen. Wanneer ik een nieuw persoon ontmoet of in een omgeving ben waar ik met mensen een gesprek aan moet gaan, dan krijg ik het benauwd en bekruipt mij een angstgevoel. Met presenteren of informeren heb ik totaal geen moeite. Ik kan met gemak voor een grote groep staan en lekker babbelen, maar wanneer het een gesprek wordt waarbij ik een tijdje een op een met iemand moet praten, dan word ik bang. En ik zet mezelf er ergens wel overheen, het moet wel, maar ik vind het verschrikkelijk om met iemand te bellen of af te spreken. Ik zal ook zeker niet op iemand aflopen om eens gezellig te babbelen. Op mijn nieuwe studie vertoon ik nu hetzelfde gedrag als op de middelbare school: ik trek me van niemand iets aan. Zodra iemand tegen me begint te praten, prima, maar ik ga het allemaal liever uit de weg. Niks stoers dus, gewoon angst. Ik denk dat die angst voortkomt uit de tijd dat het gewoon te vermoeiend voor me was, praten. Maar nu is dat niet meer zo en alsnog klap ik zo vaak dicht en ontwijk ik mensen: ik doe alsof ik ze niet zie als ik ze tegenkom op straat. En dat is strontvervelend en problematisch, want het is absoluut niet sociaal. Er is een jongen op mijn studie die ik heel graag wil leren kennen. Afgelopen zomer was er voor de mensen die nog geen voorlichting hadden bijgewoond, een speciale voorlichtingsmiddag over de studie. Daar was ik naartoe en hij zat naast me. Die dag was ik weer lekker ontspannen en mondig: ik zat in een groep, dan ben ik op m'n gemak. Toen het afgelopen was, ging ik wel snel naar huis, voor iemand me aan kon spreken. Een week later ofzo, ging ik met twee vriendinnen naar een festival. Ik zat aan een tafel turkse pizza te eten, die meiden waren even weggegaan om een telefoon te zoeken. Opeens hoor ik "Hoi" en zie ik een jongen voor me staan. De zon schijnt waardoor ik hem niet goed zie, maar mijn eerste reactie is als vanouds wanneer een jongen "hoi" zegt die ik niet ken. Een botte "hoi" terug en weer verder met eten. "Jij was toch ook op die voorlichtingsmiddag van de studie?" Ojee, deze ken ik wel. Ik kijk op en herken hem, tot mijn grote schrik en schaamte. Ik was wel ontspannen die dag, het was zomer en alles was leuk. Dus een leuk gesprekje met hem, tot die meiden terug kwamen; we moesten de telefoon ergens ophalen. Hij was leuk en had indruk gemaakt. Wat leuk dat hij ook mijn studie ging doen !

Nu spreek ik hem nooit, hij heeft wel een paar keer een poging gedaan; tijdens een feestje kwam hij naar me toe, bij de borrel maakte hij een opmerking. Ik denk dat hij wel iets in me zag, denk ik. Maar ik sloeg dicht en ontweek hem. En ontwijk hem nog steeds. Ik zal echt niet op hem afstappen. Het is zwaar frustrerend, echt waar. Sowieso niet alleen met deze jongen dan, maar altijd als ik iemand zie die ik (niet zo goed) ken, dan doe ik alsof ik diegene niet zie. Terwijl ik diegene echt wel mag, ik ben alleen ontzettend bang dat ik niks weet te zeggen. Overigens had ik ook moeite met mijn werk afgelopen zomer. Het was wel intens leuk, maar ik voelde me ook anders dan die meiden. Die konden echt lachen en genieten, ik niet. Ik kon niet zo van het leven en alles genieten als zij. Ik kon niet zo leuk en sociaal met iedereen een praatje maken. Ik was weer de stille. En dat maakte sommige dagen/momenten erg zwart. De intens leuke dagen werkte ik alleen met mijn baas..

Dat is dus eigenlijk een groot probleem waar ik mee zit, waardoor ik ook hier zit. Ik kan er uren over doorgaan, maar bij u heb ik maar drie kwartier per sessie. Ik ben benieuwd of ik dan alles kan vertellen en duidelijk kan maken. Want ziet u, dit was probleem 1.

Het is namelijk niet alleen maar zo dat ik ziek werd, nee dan zou mijn bordje niet zo vol zijn. Tijdens mijn eindexamenjaar kreeg mijn vader longkanker en afgelopen zomer kreeg mijn moeder borstkanker. Dus ja, ik leef al een tijdje in een grote kankerzooi. Het brengt ook mooie dingen hoor: het heeft ons gezin zeker dichter bij elkaar gebracht en ons geleerd te praten met elkaar. Sinds kort ben ik ook beter geworden in mijn gevoelens uiten. Positieve dingen.

Wel heb ik al een hele tijd dat ik veel aan de dood denk. Zelfmoord plegen zal ik niet, maar ik zie vaak ook het nut niet in van leven. Het is niet zo dat ik geen geluk kan voelen hoor, ik kan dat wel, vaak in de kleinste dingen. Ik zie de mooie dingen van het leven ook wel, maar het nut niet. Zoveel ellende, om me heen en op het nieuws. Je kan wel leven en mooie dingen doen, maar uiteindelijk slaat het nergens op. Mijn ideaal is om de wereld te verbeteren, dat is het altijd al geweest. Vroeger droomde ik altijd dat ik als kind een prachtige, ontroerende speech gaf die uitgezonden werd op tv, waardoor iedereen inzag dat oorlog en ellende zinloos was en ze er dus mee stopte. Ook heb ik altijd gedacht dat ik mijn eigen leven zou opgeven om me in te zetten voor goede doelen en dingen. Nu vind ik dat nog steeds wel prima, ik hoef denk ik geen huisje, boompje, beestje. Alleen is het nu zo dat ik zelfs daar het nut niet van in zie. Het is een onrealistisch ideaal. De wereld is niet te verbeteren en stel je voor: we zorgen ervoor dat iedereen gezond en levend blijft, dan raakt de wereld overbevolkt en leeft ook niemand gelukkig. Het is een onmogelijke opgave. Vaak zit ik op de fiets en denk ik: misschien word ik wel aangereden. Vooral als ik een bocht maak. Laatst zat ik op de fiets en kwam er een begrafenisstoet langs. Mijn gedachte: lullig voor de nabestaanden, maar wat lijkt het me zalig om daarin te liggen; de rust die je dan hebt. Zelfmoord plegen zal ik niet doen en echt dood wil ik ook niet, maar puur omdat dat te pijnlijk zal zijn voor mijn ouders en dierbaren. Het zou gemeen zijn. Dus doe ik het niet en dat wil ik ze gewoonweg niet aandoen. Maar ik zou zo graag die rust willen. Mijn hoofd is zo intens druk. Ik maak me druk om de kleinste, stomste dingen.

En gister kan ik me geen moment bedenken dat ik niet aan het eten was. En vandaag wil ik het liefst niks eten.

De laatste tijd ben ik lusteloos, futloos, kan ik me niet concentreren, is alles al een grote opgave -ook opstaan, wassen, aankleden is haast niet te doen- en ben ik gewoon leeg. Ik wil niet meer.

Dus, beste psycholoog, dit is het wel zo'n beetje denk ik. Misschien is er nog wel meer hoor, maar dat zeg ik: ik kan erover blijven doorgaan tot ik grijs ben. Ik hoop dat ik het in januari ook kan vertellen. Dat zou wel gunstig zijn voor ons gesprek he. We gaan het zien, tot dan.
12 dec 2012 - meld ongepast verhaal
Weet je zeker dat je dit verhaal wilt rapporteren? Ja | Nee
Profielfoto van Damn
Damn, vrouw, 31 jaar
   
Log in om een reactie te plaatsen.   vorige volgende