De onbewuste daad, van de kleine Wouter
18+ verhaal
-~- Verhaaltjes die het daglicht niet kunnen dragen ~-~
Wouter was vanaf het moment dat hij die dag ontwaakte enorm in zijn nopjes. Met grote ogen van de voorpret nam hij deel aan het ontbijt, natuurlijk, nadat vader hem in zijn eetstoel had gezet. Wouter was vandaag op de kop af drie jaar. En, zoals bij een degelijk gezin - zoals vader zei - kreeg hij geen kaarsjes of een taart. 'Zulk soort vertoningen horen niet bij ons soort mensen' had vader weleens gesproken. Maar omdat Wouter helemaal niet beter wist of er waren geen kaarsjes of een taart. Stoorde hij zich er geenszins aan. Nee, de reden dat Wouter met een glimlach van oor-tot-oor aan tafel zat, was omdat vader hem had beloofd, vandaag mee te nemen naar de bibliotheek, alwaar -tot Wouters grote heugenis- zijn favoriete schrijver die dag een bezoekje zou komen brengen en zelfs - naar vader had vernomen - er een stukje zou worden voorgelezen uit 'Merel in het Bos'. Wat zonder enige twijfel Wouter zijn lievelingsboek was. Oh, de kleine Wouter was zo opgewekt, hij wipte bijna van zijn stoel af 'gaan we al vader, oh toe, gaan we al?' vroeg Wouter aan zijn vader - die zich zoals elke ochtend had verstopt achter een enorme muur van beurskoersen in de vorm van Financieel Dagblad - 'hou je stil' sprak vader 'of we gaan helemaal niet meer.'
Op hetzelfde moment zat Ton, ex-middlemanager van een nationaal befaamd warenhuis te kankeren op de vrouw die hem met haar Fiat Cinquecento de bocht afsneed. 'Gore preut!' riep Ton uit. De vrouw hoorde hem niet. De weg naar de bibliotheek was een vervelende. Sinds enkele jaren had het gemeentebestuur - op aandringen van haar inwoners - het nagelaten om belastingen voor de wegen te innen, en dit merkte Ton, op het moment dat hij door een kuil reed en zijn hoofd hard tegen het blik van zijn dak aankwam. 'Nondegodver, kut, hoeren rot weg' riep Ton uit. Hij wist dat hij de komende uren zich moest inhouden qua toon voor die vervelende huilebalken en vond het zodoende heerlijk om zich nu te laten gaan. Ton, die inmiddels alweer vierendertig was en licht pedofiele trekjes had, was maar kinderboekenschrijver geworden op het moment dat het bestuur van het bedrijf waar hij de middlemanager uithing had besloten dat hij een te grote kostenpost was op de jaarlijkse begroting. Het was geen zware business. Via een vriendje - waarmee hij jaarlijks een reisje maakte richting Thailand om binnen de mazen van de wet te kunnen voldoen aan de driften van zijn geaardheid - was hij zo het schrijverschap ingerold. 'Er is geen kloot aan' had zijn vriend hem gezegd. 'Je zorgt gewoon dat al die wijven die koters hebben vol op je geilen, en vervolgens gaan de cijfers zo de lucht in.' Het idee dat hij, die toch een voorkeur gaf voor een wat jonger individu, zich zo nu en dan in het kader van de verkoopcijfers zou moeten vergrijpen aan zo'n uitgedijde del, beviel hem geenszins. Maar, zo had hij gezegd, als dat is wat het kost, dan doen we dat.
En zo kwam het dat Ton op uitnodiging van de burgemeester was uitgenodigd om een voorleesmiddag te houden in de plaatselijke bibliotheek, waarbij het motief van de vrouwelijke burgemeester op geen enkele wijze verbonden was met Ton zijn lectuur, maar voornamelijk met de enorme vleespaal die Ton te allen tijde in zijn broek herbergde.
De vader van Wouter en Wouter zelf waren vanzelfsprekend niet in het minste op de hoogte van deze wanstaltige gedachtegangen van Ton. En zo kon het dus gebeuren dat -nadat vader koffie had gedronken en zijn humeur op de bodem had gevonden - Wouter bij zijn vader voorop de fiets ging onderweg naar de bibliotheek voor de grote voorleesmiddag uit 'Merel in het Bos'. Dat vader bij de tweede bocht naar rechts - op de kruising van de bosbaan en de verlorenschans - niet goed uitkeek, had tot resultaat dat Wouter uit het zitje voorop de fiets, zo door het openstaande autoraampje van Ton - die net een sigaret opstak - werd geworpen en pardoes op de achterbank terecht kwam. De kleine Wouter moest even van de schrik bekomen, en begon plots te huilen. Op dit moment merkte Ton hem opeens op. En, zo kon hij immers ook niet helpen, ging er een kleine - maar toch niet te missen - erectie in zijn broek staan. Ton zijn speekselklieren, die meer dan eens erg droog waren, begonnen als een razende te lopen. Hij startte zijn auto, en reed bij de eerste afslag naar rechts, in plaats van naar links, waar de bibliotheek lag.
Wouters vader, die geen tijd had gehad om van de schrik te bekomen, was vanuit een zijstraat aangereden door een vrachtwagen en lag nu - met meer gebroken ledematen dan hele - creperend en kermend aan de rand van de kruising.
En zo kon het dus gebeuren dat helemaal niemand op de kleine Wouter kon letten.
Ton was inmiddels al een flink eind op weg naar zijn tweede huisje diep in het bos. Hier, had hij al eerder een jongetje een beetje aangeraakt, tot zijn moeder de deur van de sauna opentrok, en vroeg waar haar broer in hemelsnaam mee bezig was. Ton, die niet begreep wat het probleem was, had zijn zus geprobeerd uit te leggen wat ze aan het doen waren, die had hem vervolgens een knoepert van een vuistslag op zijn linkeroog gegeven, en haar zoon meegenomen. Nu, dacht Ton, zou het wel goed gaan. Immers, zo had hij juist beredeneerd, was er helemaal niemand die wist dat hij dit kind hier had, en zo wilde hij het graag houden.
Kleine Wouter was gestopt met huilen en zat een beetje verbouwereerd om zich heen te kijken. Hij wist niet waar hij nu precies was, maar hij had nog nooit eerder in een automobiel gezeten en het beviel hem heel goed. Omdat Wouter niet zo groot was, zag hij enkel de bomen snel voorbijkomen, wat hem zeer tevreden stemde.
Bij het huis in het bos aangekomen, stopte Ton de auto. Hij parkeerde de wagen, naast de oprijlaan achter een rij met populieren. Zo zouden eventuele wandelaars, niet zien dat er iemand thuis was. Hij tilde Wouter uit de auto, en opende z'n voordeur.
Wat ruikt het hier lekker, dacht Wouter. Het rook er naar chocoladekoekjes, een zeldzaam lekkernij, dat hij misschien eens of tweemaal had gekregen toen moeder er nog was. Moeder was op den duur uit het zicht verdwenen zo wist Wouter, en eigenlijk dacht hij nooit meer aan haar, tot dit moment.
'Verdomme' vloekte Ton binnensmonds. Z'n huis rook nog altijd naar die stinktroep, een poosje geleden had hij een groepje met padvindersmeisjes bij hem binnen kunnen lokken door te zeggen dat hij slecht ter been was, en de zojuist gekochte dozen koekjes, niet naar binnen konden tillen. Helaas, had één van de meisjes - eentje met blonde vlechtjes - hem herkend, en waren ze vervolgens, nadat ze de dozen voor hem naar binnen hadden getild, met z'n allen op de foto gegaan. De foto, hing nu ingelijst in zijn sauna.
Hij zette Wouter op de divan en begon zich uit te kleden. Wouter, die nog altijd onder de indruk was van de geur in het huis, was zich van geen kwaad bewust en begon na het zien van dit tafereel, ook zijn schoentjes uit te trekken. De divan, die zich bevond in de achterzijde van het huis, bevond zich naast het controlepaneel voor de sauna. De sauna, die door een grote houten deur met een klein raampje was afgeschermd, gaf een kille uitdrukking. Ton, die plaatsnam naast Wouter - welke met veel moeite nog altijd bezig was om zijn schoentjes uit te trekken - draaide de sauna aan naar een behaaglijke temperatuur, en liep naar binnen.
Dit deed hij altijd, hij vond het heerlijk hoe de koude sauna langzaam warm werd. Als deze dan op zijn top was zou hij het klein knulletje erin meenemen. Maar eerst, wilde hij zich even opwarmen. Dat dit niet alleen een figuurlijke uitdrukking is, bleek toen Ton zich van zijn ondergoed ontdeed, en met beide handen zijn monsterlijke vleespaal begon te masseren, onderwijl driftig kijkend naar de foto van de padvindersmeisjes. De sierlijke vlechtjes en de kneuterige uniformpjes, zorgden al snel ervoor dat Ton zijn scheerschuim erbij pakte - dat hij altijd gebruikte om zichzelf te verwennen - en hierna spoedig tot een hoogtepunt kwam. Het blanke zaad vloog tegen de muur. De fles scheerschuim viel open op de grond.
Kleine Wouter was er uiteindelijk in geslaagd om zich van zijn linkerschoen te ontdoen. En net op het moment dat hij aan zijn rechter wilde beginnen hoorde hij een harde knal vanuit het bestoomde hok komen. Zonder dat Wouter het zelf door had gehad, was hij bij zijn gevecht om zich het geluk van blote voeten toe te eigenen, tegen het systeem gevallen dat de warmte reguleert van de sauna.
Ton, die na zijn hoogtepunt door de overheersende hitte in een korte slaap was gevallen, was wakker geworden van de enorme hitte. Maar, op het moment dat hij wilde opstaan, hoorde hij iets ontploffen. Ton, niet zo thuis in de wetenschap, was op het moment dat hij het fotolijstje in zijn sauna hing, vergeten dat enkelzijdig glas bij een bepaalde hitte kan barsten. En zo gebeurde het dat Ton een drietal glasscherven door het barsten in zijn nek kreeg. De glasscherven staken uit Ton zijn nek als een gewelddadige bloemenkrans en Ton zijn saunavloer stroomde over van het bloed. Dit, samen met het scheerschuim, zorgde voor een nogal gladde ondergrond en Ton kon zich dan ook niet lang staande houden. Hij gleed uit, en viel voorover -met de uitstekende glasscherven nog in zijn nek - deze boorden zich nu recht door zijn keel heen. Ton zijn luchtpijp moet een stukje geperforeerd zijn geweest, aangezien hij met de grootst mogelijke moeite probeerde adem te halen. Maar Ton - die graag een goede sauna wilde of geen sauna - had hem zo geïsoleerd dat ademen normaal gesproken al nauwelijks ging, laat staan nu. En zo bloedde hij leeg, ex-middlemanager van een groot nationaal befaamd warenhuis, kinderboekenschrijver met licht pedofiele trekjes, op de grond van zijn eigen sauna, een keel doorboort met glasscherven en zijn zaad nog druipend van de muur.
Dit alles, speelde zich natuurlijk af buiten het zicht van de kleine Wouter, die voldaan en tevreden op de divan zat, eindelijk gezegend, van twee wiebelende blote voeten.
Streep, man, 36 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende