Ik donor, m’n ma paranoïde!

Vandaag kreeg ik het donorformulier op mijn mat. Eigenlijk op de mat van mijn moeder, maar ik heb ‘m uitgezocht bij de IKEA. Mijn mat dus. Eigenlijk van mijn moeder, zij heeft ervoor betaald, maar ik heb ‘m naar de auto gedragen. Mijn mat dus.

Ik had al een tijdje besloten donor te willen zijn. Ik had al een briefje in mijn portemonnee gestopt met: ‘Donor? Pluk mij maar leeg!’. Echter, toen mijn moeder dit een keer zag, vond ze het respectloos en bizar. Ik moest het briefje verwijderen. Het is niet dat ik nou echt zo veel medeleven heb met mensen die mijn organen willen –stelletje aasgieren!- maar meer leed vermaak. Leed vermaak? Leed vermaak! ‘Shadenfreude’. Wat moet iemand nou met mijn onderdelen? Je kan er niet gezond van worden lijkt me. Ik ben al aardig op weg mijn lever te verpesten, mijn hart valt altijd maar voor ’t verkeerde meisje –stel je voor dat je zelf een meisje bent, ben je inene bi-, mijn ogen vertalen de wereld als 1 groot speelparadijs, en mijn hersenen… ach, laten we daar maar niet over beginnen. Als ik af en toe door mijn neus durf te ademen op de W.C. zou ik zweren dat mijn darmen alvast aan het ontbinden te zijn. Daar kan dus ook een streep doorheen. Lijkt me ook best leuk voor die doktoren. Fanatiek aan het snijden, zagen, knippen en borduren om vervolgens niets bruiksbaars te vinden.

Maar ik dwaal af. Ik had het formulier dus gekregen. Meteen ingevuld dat ze mij mogen plunderen, of nouja, het hokje bij ‘ja ik wil donor zijn’ aangekruist. Even leek het me leuk om bij het gedeelte waar je iemand kan opgeven toestemming te geven of ze mij mogen plunderen, een totaal vreemd persoon in te vullen. Maar in plaats daarvan schreef ik onderaan: ‘pluk mij maar leeg. Ben ik weer lichter, dus sneller in de hemel!’ niet dat ik gelovig ben, maar goed. Toen ik aan mijn moeder vertelde dat ik leeggetrokken zou worden na mijn overlijden reageerde ze met: ‘Maar dan hebben we niets om te begraven als je een ongeluk krijgt met je motor’. Niet veel eerder had ze al verteld er wel vannuit te gaan dat ik een ongeluk zou krijgen op mijn motor. Dat ze verwachte dat ik erbij zou sterven, was nieuw. Toch leuk, zo’n verwachtingsvolle moeder. ‘Mam, doe rustig. Niemand wil mijn hersenen, dus mijn hoofd kan je begraven. Als ik nou tegen een muur aan rijd is ‘ie misschien plat en past het in een schoenendoos’.

Hierop volgde een preek over respect voor het leven, ‘de dood is niet grappig’ en ‘eet nou eens meer fruit.’ Mijn moeder probeert me zoveel mogelijk te stimuleren fruit te eten. Toch vreemd, dat ze die moeite neemt als ze er vanuit gaat dat ik toch om het leven kom op mijn motor.

Cheers,

Joint.

24 mrt 2009 - bewerkt op 24 mrt 2009 - meld ongepast verhaal
Weet je zeker dat je dit verhaal wilt rapporteren? Ja | Nee
Profielfoto van Joint
Joint, man, 34 jaar
   
Log in om een reactie te plaatsen.   vorige volgende