Het konijn
We zaten allen rond diezelfde tafel, de ene al wat meer gemotiveerd dan de ander. Het hele ‘zitten in een kring’ had waarschijnlijk ook weer zijn psychologisch kantje. Ik gokte dat het een soort van samenhorigheidsgevoel moest creëren. Ik voelde het alleszins niet, enkel het zachte knagen van mijn lege maag, aangevuld met een oorlogje zenuwen halverwege mijn slokdarm, bezorgde me een onaangenaam gevoel, maar van samenhorigheid was er geen sprake. We kwamen nu al zo’n 6 weken bij elkaar, maar elk begin was even moeilijk en altijd ging het weer gepaard met die eeuwige pijnlijke stiltes of soms het doorbreken van een zacht gesnik. Hoewel er gedurende die voorgaande weken al zoveel gezegd was en er zo vaak een teken van erkenning door de ruimte had geklonken, toch besefte je keer op keer dat ondanks alles je er na die drie slopende uren weer alleen voor stond. Je moest weer zelf door de week komen. Je zou telkens weer opstaan met die tweestrijd in je hoofd. Die eeuwige twist tussen ideaal en rede. Maar wie er aan het eind van de dag ook won, het maakte niet uit, de zon was onder en 24 uren waren onbewust verdwenen. Mijn dag in ruil voor honderd gram minder morgen a.u.b, meneer de weegschaal?
Maar goed, ik was eventjes in gedachten verzonken, terug naar de tafel. Er zijn weinig zaken die ik me effectief herinner van de vorige sessies. Meestal werd het me na een dik half uur allemaal te veel. Het is angstaanjagend wat honger met een mens kan doen. Honger maakt mensen tot beesten. Dus als je 8 hongerige tienermeisjes in een lokaal verzameld dan kan je al wel verwachten tot wat voor heftige taferelen zoiets kan ‘lijden’. En je weet, iedereen heeft zijn rivier aan emoties in zich, ieder kan een bepaalde hoeveelheid overstromingen of stormen aan. Maar het horen van de anderen in zo’n sessie, de verwijten van weer een verspilde week, het steeds terugkomen van hun ervaringen, hun worstelingen,.. en vooral tot het besef komen dat het bij jou ook zo is, zoiets creëert in mijn geval een heuse tsunami aan emoties. Jammergenoeg is mijn dam daar niet tegen bestemd. Het beest in mij is dan baas.
Natuurlijk zijn zulke samenkomsten zoals ik al zei over het algemeen heel emotioneel en slopend, toch zijn er ook momenten waarop het er allemaal wat gemoedelijker aan toe gaat, momenten waarop toch wel gelachen wordt. Zo ging het ook deze keer:
Mevrouw de psycholoog, die zichzelf het liefst hoort aangesproken worden bij haar voornaam, zal nooit het woord ‘lot’ of ‘ana’ in haar mond nemen. Zij ziet het allemaal net iets anders. Volgens haar bestaat het lot niet, nee dat zou natuurlijk allemaal te ongeloofwaardig zijn, we gelooft er nu in zoiets vaags als ‘het Lot’. Nee zij is noemt die stem in ons hoofd waarmee we dagelijks in interactie treden simpelweg ‘het konijn’. Met een simpel woord veranderde ze zo het beeld in mijn hoofd van die slanke perfecte vrouw als alterego in een dik pluizig konijn. Ze verkondigde die dag ook doodleuk dat we op moeilijke momenten samen met het konijn in ons in de zetel moesten zitten en in conversatie ermee moesten gaan. Hoewel we allemaal met verstomming geslagen waren door de nogal rare interventie van de psychologe, brak na enkele seconden toch een voorzichtig stiekem gegiechel uit. Het beeld van onszelf, de zetel en het konijn deed onze fantasie klaarblijkelijk op hol slaan: “volgens mij heeft mijn konijn slagtanden” klonk het vanuit de ene kant van de kamer. “En de mijne is zonder twijfel een vlaamse reus!”, de ene opmerking na de andere volgde op elkaar. Sommige al grappiger of gevatter dan andere. Onze fantasie en honger werden bondgenoten, we ridiculiseerden ons probleem en lachten onze zorgen weg
Maar ons lachen stierf al snel zachtjes uit, we beseften langzaam aan dat in de wereld van eetstoornissen konijnen altijd een klein beetje onsterfelijk zijn.
ughwhyme, vrouw, 24 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende