Mijn grens
Ik ben een treinspoor, overreden door machines
vastgeroest aan oude gewoontes
genietend van mijn eeuwig leed
De pijn is wat mij verblijd,
iets tastbaars wat mij zichtbaar maakt
Ik ben de uit elkaar vallende
as van een sigaret
opgerookt door de persoon die ik haat
De rook die je uitblaast,
daar dans ik op de wind
Ik ben niet die impulsiviteit,
ik moet eeuwig blijven denken
Vastzittend in mijn hersenpan,
trek ik mijn grenslijn
Dwars door de littekens,
beweegt mijn hand het mes
Ik bouw een muur
die iedereen aan de andere kant houdt
zodat ik veilig in mezelf kan blijven
zodat niemand deze stemming
ooit meer doet omslaan
Ik ben een mens, een levend wezen
jij bent iets wat niet zijn kan, en
soms sta ik plotseling op elf hoog met jou,
maar je durft me niet te duwen
Toril, vrouw, 34 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende