Pluizige dingen.
Ik heb mijn ijsbeer. Hij ligt naast mijn haai. Mijn bed ligt nu vol met knuffels en kussens. Ik grapte tegen een vriendin dat ik ooit een date ga hebben en dat die date dan mijn bed vol met knuffels ziet en dat ik me dan écht een volwassen vrouw ga voelen, 10/10.
Ze reageerde: 'En dan denkt hij van: ah, wat ben je ook cute, ik heb nu echt zin om je te doen, en dan gaan de knuffels van bed en is iedereen blij.'
'Geen logica erin brengen.' zei ik maar.
Op dit moment liggen er drie knuffels, zes kussens, een gigantisch roze kleed, een klein blauw kleed, een kat en één persoon op dit bed. Ik ben natuurlijk die ene persoon. Omringt door pluizige dingen. Het is zeer comfortabel.
Behalve de scherpe nagels waarmee de kat nu mijn schouder zit te kneden. Maar dat is een teken van liefde, dus ik vergeef het haar.
Ik ben weer in zo'n stemming dat ik uren kan dagdromen over hoe ik leuke dingen ga doen en leuke gesprekken ga hebben met een persoon die ik misschien een paar keer heb gesproken en die alweer vergeten is dat ik besta. Maar het maakt me op een of andere manier blij, ook al is het hopeloos. Ik weet niet, ik ben altijd een stuk vrolijker als ik verliefd ben en zoveel dagdroom en nu beeld ik me dus in dat ik iets heb met een persoon die ik niet eens spreek en het lijkt me zo leuk? Ik heb gewoon geen beter persoon om over te dagdromen, dus vooruit. Er komt ooit wel weer iemand.
Ik maak steeds meer slechte grappen en soms vinden mensen die daadwerkelijk grappig en dat vind ik dan leuk. Zo moesten we tijdens college de troonrede herschrijven, om negen uur 's ochtends, met een aantal regeltjes om een goede speech te maken. Eén van die regeltjes was: rijm is fijn. Zo ongeveer.
Dus ik kwam met:
"Rozen zijn rood
Viooltjes zijn blauw
We hebben maar één wereld
Stop climate change now"
En mijn groepsgenoten moesten lachen en toen zei ik iets over hoe mijn brein altijd heel behulpzaam is en het kwam erop neer dat we het daadwerkelijk in de troonrede gingen zetten.
Vervolgens moest ik die in zijn geheel gaan voorlezen. Ik deed heel stoer, dat ik dat wel even ging doen, maar mijn handen trilden en 'ze praatte heel snel', want ik ben nog steeds geen public speaker. Maar ik mocht toch even mijn slechte grap herhalen voor de hele klas en er werd nog om gelachen ook.
De docent vond mijn zin 'We richten ons blik op de toekomst, we hebben geleerd van het verleden' mooi, dus als Willie nog nieuwe schrijvers zoekt voor de troonrede; ik kan wel wat.
Dit gaat overigens nog steeds over mijn universitaire opleiding.
En ik had een onderwerp bedacht voor de podcast en ik hoorde van meerdere mensen dat dat heel interessant was en ik voel me dan best wel cool, je weet wel, ik ben die chick die goede onderwerpen kan verzinnen, ja. Ook al weten ze niet dat het mijn idee was. Ik weet het wel! En dan denk ik: wow, thanks, dat heb ik met mijn eigen brein verzonnen! Is 'ie toch nog ergens goed voor!
Als iemand zat te twijfelen of ik toevallig hun klasgenoot was, dan zullen ze dat nu wel zeker weten, maar, zoals wijze mensen altijd zeggen: schijt.
Waarschijnlijk zat niemand te twijfelen, omdat ze toch niet weten hoe ik heet en wat ik studeer en hoe oud ik ben en waar ik vandaan kom en voeg hier nog een willekeurig feitje over mij toe, ik was die chick met de bril en de coltrui, of, wacht, wie maakte die afschuwelijke grap ook al weer, ja, zoiets, vast.
Ik sprak met een vriendin over hoe ik denk dat ik hoogsensitief ben, want als ik druk ben in mijn hoofd, dan zonder ik me graag af, maar misschien is dat meer 'introvert' dan 'hoogsensitief'.
'Ik zie je niet echt als 'introvert'.' zei ze toen.
Ik vind dat wel grappig. Iedereen zegt wel iets anders over mij. De een zegt dat ik dus niet zo introvert ben als ik zeg dat ik ben en de ander zegt dat ik een stereotiepe introvert ben. Ik denk zelf dat ik me gewoon comfortabel voel bij mensen die ik wat beter ken en een stuk ongemakkelijker en gesloten ben bij mensen die ik net heb ontmoet. En soms word ik zelfs nerveus, omdat ik een goede indruk wil maken.
Maar gister liep ik met een ijsbeerknuffel onder mijn arm geklemd de Ikea door en een kindje zei: 'Kijk, een ijsbeer!' en ik zei: 'Ja-ha.' en ik liep verder en ik voelde me zo'n tiener in een of andere dramaserie, die een grote knuffel van haar date heeft gekregen, nadat hij zoveel blikjes had neergeschoten op de kermis, en nu mag ze met die grote knuffel rondlopen, ja, eigenlijk is het niet zo praktisch. En ik kocht nog wat kaarsen en een blikje appelcider, want ik houd van appelcider, het is eigenlijk gewoon appelsap met prik, wat een uitvinding.
En vandaag heb ik in mijn bed gelegen met een paar miljoen pluizige dingetjes en die curry die ik altijd maak gemaakt en zandkoekjes gebakken, want de oven is weer gemaakt, dus ik kan weer bakken. Dat was mijn dag. Dat heb ik dan wel nodig, na zo'n drukke dag; als ik van negen tot vijf college heb en daarna naar de Ikea ga en daarna nat regen in het korte stukje lopen van de tram naar Utrecht Centraal en dan in de Mediamarkt oortjes koop, zodat ik in de trein naar huis muziek kan luisteren en me af kan sluiten van die ene vent die een heel telefoongesprek in een andere taal aan het voeren is. Ik versta het niet, maar ik focus me er toch op, omdat het opvalt. En dat is dan vermoeiend. Dus dan luister ik liever muziek.
Ze hadden geen harde roze oortjes, dus ik ben voor blauwe gegaan. Ik kon eigenlijk maar één paar harde oortjes onder de twintig euro vinden. Zijn ze niet meer hip? Of kan ik in de Mediamarkt om half negen 's avonds met regendruppels op mijn bril niet goed navigeren? Ik voelde me er ook gelijk ongemakkelijk, met al die bewaking, dan kom ik verregend met twee grote tassen binnenwandelen om dezelfde drie schappen vijf keer langs te lopen en ik vraag me af of ik dan een figuur ben waar die bewaking op let.
Bij mijn andere vak ben ik nu zo'n betwetertje, omdat ik letterlijk over alles wel een vak heb gevolgd en dan zeg ik: 'Oh ja, ik heb daar nog een artikel over, ik zal hem straks opzoeken.'. bij elk nieuw voorstel en ik denk dat mensen me nu al zat zijn, maar sorry, ik heb daadwerkelijk zoveel artikelen en daar kunnen we best gebruik van maken. En ik had iemand van mijn groepje van tevoren opgezocht op social media, ik dacht: dan weet ik bij wie ik nou zit, en daar stond dat ze twintig jaar was en volgend jaar gaat trouwen en wow, dat is jong, damn, ik lig hier nog op mijn bed met mijn nieuwe ijsbeerknuffel te dagdromen over mensen die mijn gehele naam niet eens weten.
Niet dat die zo moeilijk is.
Ik heb maar één voornaam en maar één achternaam met een tussenvoegsel, dus, ja, het kan een stuk lastiger. Het is ook nog eens allemaal Nederlands.
Ik moest toch iets verzinnen om aan te geven hoeveel ik kan dagdromen over iemand die ik amper ken. En die mij amper kent. Je snapt het punt.
Ik vind het altijd jammer als mijn ouders op vakantie gaan, maar ik geen date heb, om in de tijd dat ze weg zijn uit te nodigen. Het is alsof ik dan mijn kansen niet optimaal heb benut. Dan had ik ze uit kunnen nodigen om pizza/stoofvlees/Grieks/pasta te eten, om vervolgens knus een film te gaan kijken, om vervolgens samen te gaan pitten in mijn tweepersoonsbed, waarvan ik eerst alle knuffels op de grond moet gooien, om wat ruimte te creëren, om vervolgens samen een eitje te bakken en dan zou er een soort liefde opbloeien, omdat we zoveel tijd met elkaar hebben gespendeerd en mijn ouders zouden van niets weten.
Maar ik heb niemand op het oog.
En je moet ook geen mensen die je niet goed kent naar je ouderlijk huis uitnodigen. Al helemaal niet als ze harddrugs gebruiken.
Dus ik eet wel in mijn eentje Ben & Jerry's en dat is dan mijn geheimpje voor mijn ouders.
En het katje mag wel weer bij me in bed slapen.
Als ze niet om vijf uur 's nachts mijn gezicht gaat likken, want dan vind ik het niet meer leuk.
iAngel, vrouw, 26 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende