Scène in een bar
Een jaar of zes geleden speelde ik een scène in een bar. Er waren een stuk of vijftig mensen, er was drank, er was feest, er was gezelligheid, er waren drugs en het was al heel laat. Mijn geliefde zat aan de bar. Verder kende ik niet zoveel mensen goed. Ik danste met gesloten ogen in het midden van de dansvloer. Het voelde vertrouwd en ik voelde me thuis.
Toen ik mijn ogen opende, stonden er drie jongens om mij heen. De ene deed alsof hij drumde, de andere twee deden alsof ze een gitaar bespeelden. Ik keek naar ze en speelde hun spelletje mee. Ik deed alsof ik de zangeres van hun band was. Ik gaf me totaal over aan die rol en aan de jongens, zonder reserveringen, zonder bijgedachten, helemaal in het moment.
Totdat ik mijn geliefde mij zag aankijken. Hij kwam naar me toe en hij trok me weg bij het groepje. Ik snapte niet wat hij deed en snauwde hem toe dat hij gewoon jaloers was. Ik schrok van mezelf en ik zag zijn gezicht vertrekken. Ik besefte me dat de jongens niet een spelletje met míj speelden, maar een spèlletje met me speelden.
Deze scène in een bar lijkt onschuldig. Nu, na zes jaar, blijkt dat het niet te zijn. Ik heb er verschrikkelijk van gebaald, mezelf erom uitgescholden, ik wilde dat het niet gebeurd was. Ik wilde dat ik het meteen door had gehad, dat ik in staat was geweest om er boven te staan en hen nog meer in de zeik te nemen.
Ik wilde het vergeten.
Maar dat ging niet. Het was een filter in mijn hoofd geworden. Als iemand iets zei, kwam bij mij eerst de vraag op of ik hij het wel oprecht meende. Of was het misschien een test? Om te kijken of ik wel door had waar het werkelijk om ging. Misschien hadden de mensen in de groep waarin ik op dat moment zat wel een communicatiestroom die totaal langs mij heen ging. Misschien bedoelen mensen wel iets heel anders dan wat ze zeggen en ben ik de enige die dat niet door heeft. Ik bedacht bij elke vorm van communicatie een dubbele agenda bij de ander of de anderen. .
De gebeurtenis die ik zo graag wilde vergeten, was juist bij alles aanwezig. Elk linkje in mijn hoofd ging er langs. En telkens stuitte ik op het niet begrijpen van mezelf en van anderen. Want altijd voelde ik een vleugje boosheid opkomen. Er was geen stroom die in en uit mij ging. Maar een altijd aanwezige hobbel, die ik bij elke vorm van contact over moest.
Ik ben mijzelf en de jongens langzaam aan het vergeven. Vergeten zal ik het niet, want het is een belangrijk onderdeel van mijn wezen en een aantal jaren misschien wel het meest belangrijke.
Ik ben me er nu van bewust dat het onzekere, twijfelende gevoel dat ik bij elke vorm van communicatie krijg, een vals gevoel is. Een gevoel dat rechtstreeks verband houd met één gebeurtenis, zes jaar geleden. Elke keer als ik merk dat ik dat weggetje in mijn hoofd insla, denk ik even heel bewust aan de scène en aan dat ik mijzelf daarvoor heb vergeven. Dan kan ik het loslaten en weer een tijd lang een gesprek voeren zonder er aan te denken.
Nu, na al die tijd is de scène in een bar, gewoon een scène in een bar. En de jongens zijn mij allang vergeten.
stroom, vrouw, 38 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende