Verlangend
Ik weet niet of het aan het weer ligt of aan de tijd van het jaar? Of misschien aan het feit dat Cindy haar vakantie naar Kos alweer heeft geboekt voor dit jaar en ik steeds meer begin te beseffen dat ik dit jaar niet zal gaan, maar al twee ochtenden word ik wakker en kan ik alleen maar aan jou denken.
De griekse muziek staat de hele dag al aan en ik heb foto's van de voorgaande Kos-vakanties weer eens bekeken. Er waren zoveel dingen die niet klopten of waarover je altijd onduidelijk bent gebleven. Communiceren in gebrekkig Engels was natuurlijk ook geen hoopvol hulpmiddel. Maar het gevoel was er en niet alleen vanaf mijn kant.
Ik besef nu pas echt dat ik de laatste keer erg bot tegen je ben geweest. Ik heb je keihard laten vallen. Jij mij ook wel, maar ik heb jou het idee gegeven dat al die momenten samen niets hebben voorgesteld. Ik merkte jouw jaloezie toen ik niet met jou maar met je collega meeging. Ik voelde mijn jaloezie toen jij 'haar' aankeek en 'haar' benoemde als 'my wife'. Je vroeg hoe ik het in me hoofd kon halen om met jouw collega mee te gaan. Ik was immers getrouwd. Uit je ogen sprak zoveel kwaadheid. Maar ook angst en een beetje wraak. Ik zei dat het jouw zaak niet was. Ja ik was getrouwd, maar ik bepaalde zelf wel of ik met iemand mee ging of niet. "Yes, It ís my problem, because all these times before I was with you" zei je. Daarna was het klaar. Ik ben weken boos op je geweest. Ik heb geen traan meer om je gelaten en geen grieks liedje meer met jou geassocieerd. Jij mocht je wel vermaken met 'haar' maar ik mocht niet mijn eigen gang gaan. Kwaad dat ik was!
En nu, zittend op mijn bureaustoel, kijk ik naar buiten en probeer ik me voor te stellen dat ik weer naast jou op balkon sta. Ik stel me de zee voor met in de verte de schittering van de zon, 's ochtends vroeg. Maar hoe hard ik ook snuif, ik ruik de zilte zeelucht niet en hoe goed ik ook luister, ik hoor de golven niet zachtjes aanspoelen. Ik hoor alleen de griekse muziek. Maar de muziek klinkt te dichtbij.
Ik kan niet een stapje opzij doen en mijn hand op jouw rug leggen. We kunnen ook niet afspreken om elkaar morgen op het strand weer te zien. We kunnen alleen maar denken aan elkaar en hopen dat we elkaar ooit nog eens zullen tegenkomen.
Die laatste zin die jij zei dringt nu pas tot me door. Ik zie de blik in jouw ogen nog voor me. Maar op dat moment was ik al niet meer vatbaar voor jouw blikken en grootspraak. Ik was klaar met je, het was toen al over. Maar al die keren waren óók speciaal voor jou. Ik heb het wel geweten, maar nooit durven geloven...
Stracia, vrouw, 40 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende