Iemand helpen.
(Note: Om de privacy te waarborgen zijn sommige herkenbare elementen in dit verhaal veranderd waaronder de naam en leeftijd)
Daar sta je dan, voor de gesloten deur van kamer 5, niet wetend wat je zo aan gaat treffen. Ik twijfel en terwijl mijn hand op de deurklink ligt schiet mijn blik nog snel naar de naamsticker die naast de deur is geplakt. Dhr. L Ik kijk op mijn overdrachtspapier of het de juiste kamer en naam is, al weet ik het al zeker voor überhaupt te hebben gekeken. Ik klop voor het fatsoen op de deur en ga dan naar binnen, op bed ligt een jongen. Hij kijkt me schuw aan vanuit zijn bed en houdt iedere beweging in de gaten, ik zie dat hij zijn best doet mij niet aan te hoeven kijken. Hij friemelt nerveus aan zijn dekbed. "Goedemorgen, ik ben Katy, leerling verpleegkundige. Heb je lekker kunnen slapen?" Hij kijkt me nog steeds niet aan en twijfelt of hij mijn uitgestoken hand gaat beantwoorden of niet, hij kiest er uiteindelijk toch wel voor en schudt mijn hand. En dan voor een seconde kijkt hij mij aan en knikt. "Ja en Micheal trouwens". Hij zegt het zo zacht dat ik bijna wil vragen of hij het nog een keer kan herhalen. Ik bekijk hem terwijl ik vraag of hij nog veel pijn heeft, hij schudt van niet. Hij is jong, jonger dan dat ik ben en ik weet vanuit zijn dossier dat hij een jaar of 19 is. Ik bedenk me dat hij er inderdaad als een 19 jarige uitziet, ik had hem ook niet veel ouder geschat dan dat. Hij heeft kleine wondjes verspreidt over zijn gezicht waarvan er een paar zijn gehecht en een enkele aan het bloeden is, zijn gezicht is aan één kant dik en op zijn verbonden arm na ziet hij eruit als een doorsnee jongen.
Voordat ik de kamer in was gegaan en voor de computer zijn dossier aan het doornemen was, had ik hem geprobeerd voor me te zien. Ik weet dat oordelen niet mag maar toch maak je in je hoofd een beeld van iemand. Want hoe ziet iemand eruit die ervoor kiest om met alcohol op in een auto te stappen? Die in de auto stapt en weg rijdt, wetend dat het eigenlijk niet mag?
Hoe ziet iemand eruit die een ongeluk veroorzaakt waarbij iemand om het leven komt?
Nou die vraag kan ik voor je beantwoorden, als een doorsnee jongen. Het had mijn buurjongen kunnen zijn, het had je broertje kunnen zijn of die jongen die je altijd met zijn koptelefoon in de bus ziet zitten.
Even wacht ik op iets vanuit zijn kant; een vraag, opmerking of een beleeftheid. Maar die komt er niet dus vervolg ik mijn uitleg. "Je zou zo naar de *noemt dienstdoende zaalarts* kunnen, die zou je nog even willen zien voordat je naar de OK gaat". Weer knikt hij terwijl hij nog steeds mijn blik ontwijkt. Ik besef me dat hij best heel nerveus, misschien zelfs bang, zou kunnen zijn voor zijn operatie. Hij ligt hier immers alleen, bezoek mag nog niet komen en voor zover ik weet komt die ook niet voordat hij naar de OK mag. "Zou je het anders fijn vinden als ik mee zou gaan naar de arts?" vraag ik terwijl ik hem een warme glimlach schenk. Het blijft stil en ik ben bang dat hij mijn aanbod afwijst, maar dan toch kijkt hij me aan en knikt. Ik probeer niet te laten merken dat ik blij ben dat hij het goed vindt en zeg luchtig dat ik hem in dat geval zo kom ophalen zodat hij nog even tijd heeft om zich aan te kleden.
Het is nu maanden geleden dat ik hem voor het laatst heb gezien, de laatste keer is toen hij ontslagen is uit het ziekenhuis. Af en toe betrap ik mezelf erop dat ik mij afvraag hoe het nu met hem gaat. Mijzelf afvraag of ik toch niet iets meer had kunnen doen, want weet je wat het is; je kan hem misschien zien als een monster die het leven van een ander heeft afgenomen, een achteloze jongen, een domme jongen. Maar weet je wat het is? Het is zoveel meer dan dat. En dat realiseer je je niet wanneer jij vanachter je computer over hem zal lezen in het nieuws.
Ik kan er ook niks aan doen dat ik een emotioneel aangelegd persoon ben. Het doet me wat, of ik het nou wil of niet.
Als ik opsta weet ik niet wat ik die dag ga zien, zelfs als ik iemands medische dossier lees weet ik nog niet precies wat ik ga zien, heb ik geen idee wie er zodra voor mij ligt als ik die kamer binnen kom. Ik krijg een beperkte hoeveelheid aan informatie, een samenvatting van wat er is gebeurd, labresultaten, afspraken met doktoren, een medicatielijst. Maar niet het geen wat er in dit geval er toe deed, geen handvat op hoe ik deze jongen kon helpen.
De specialisten zullen hem kunnen helpen met zijn lichamelijke klachten, ik kan hem helpen met het verzorgen van zijn wonden en ja, hij zal beter worden. Maar wie helpt hem wanneer hij 's nachts in zijn bed ligt te huilen en het schuldgevoel hem langzaam bekruipt en daarna niet meer loslaat? Ben jij het, zou je het kunnen? Ik ben het niet, en die ouwe kut van een maatschappelijk werker al helemaal niet. Dan zullen het zijn vrienden zijn, zijn ouders of andere naasten. En dan hoop ik dat dat genoeg zal zijn.
Dus ja, ik vind het soms jammer dat we niet kunnen doen wat we zouden willen doen. Of beter gezegd, ik niet zou kunnen helpen op de manier waarop ik iemand zou willen helpen. Voor mij stopt het wanneer iemand door de deur naar buiten loopt. En soms heb ik niet eens de tijd om erover na te denken omdat de volgende patiënt alweer naar binnen komt lopen. Maar wanneer ik thuis ben en even stil sta zou ik dolgraag antwoord willen op de vraag: hoe gaat het nu met je?
Yours Truly,
JustKaty, vrouw, 27 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende