Over hokjesdenken

De laatste keer dat ik haar zag liet me achter met een onbevredigd gevoel van niet meer bij haar thuis kunnen komen. Er was iets verschoven, alsof ik een centimeter aan de linkerkant van onze gemeenschappelijke grond was gaan staan, en voor haar idem, maar dan rechts. Toen ik haar - bij toeval - zou gaan zien, zette deze herinnering me aan het denken. Over meerdere dingen dacht ik na: onze vriendschap, de verhouding de ander-ik, en met name over de hokjes die ik (net als zovelen anderen) in mijn hoofd creëer voor de mensen om me heen. Die (te) kleine vierkante meters in mijn hoofd waar ik mensen in probeer te passen, en waar mensen soms uitbreken.

Ze zette me aan het denken omdat het zij niet langer meer voldeed aan het hokje waar ze vroeger zo netjes in paste. Het gaf me een unheimisch gevoel - was ze echt zo anders dan ik haar altijd had gezien? Of was het vooral een verschuiving die zich na een aanloop van jaren nu pas openbaarde? Had ik het gewoonweg niet gezien? Of was ik te veel met mezelf bezig? En, de vraag die er misschien het meest toe doet: waarom probeerde ik zo hard een hokje voor haar te maken? Waarom kon ik haar niet gewoon zien zoals ze was? - is, bedoel ik.

Het meest pijnlijke is wellicht het hokje dat ik voor mezelf in elkaar heb geflanst (zo veel aandacht heb ik er namelijk niet aan besteed, wel aan het hokje waar ik graag in zou willen passen). Het is er klein, donker, benauwend. En bovendien strookt het niet met de werkelijkheid, daar ben ik inmiddels wel achter.

Ze doen schade, die hokjes. Niet alleen aan de ander, de relatie met de ander, maar ook aan jezelf. Aan mijzelf. Dus liet ik het los, zomaar. Ik liet los wat ik dacht van haar te weten, ik liet gaan hoe ik haar vroeger zag, hoe ik dacht dat ze nu zou zijn. De herinnering aan onze voorlaatste ontmoeting liet ik voor wat het was. Ik besloot, heel bewust, naar haar te kijken zoals ze is en te luisteren naar wat ze nu zegt, wat ze nu vindt. En ik zag haar - zoals ze nu is, of in ieder geval zoals ze zich aan mij openbaarde. En zij zag mij. Er was geen frictie, geen gevoel van ergens niet meer thuis horen. Geen flintertje wens om een ander mens tegenover mij. Zij was het - een van mijn oudste, liefste vriendinnen. Het is anders dan vroeger en soms rouw ik nog om wat we verloren zijn, maar dit was goed. Het was goed.
10 jul 2017 - meld ongepast verhaal
Weet je zeker dat je dit verhaal wilt rapporteren? Ja | Nee
Profielfoto van Strigiformes
Strigiformes, vrouw, 34 jaar
   
Log in om een reactie te plaatsen.   vorige volgende