Warmte
Terwijl de warmte door mijn huid richting mijn botten dringt en al mijn pijnlijke spieren verzacht, overvalt me een al te herkenbaar gevoel. Het begint als een kriebel in mijn onderbuik - de plek in mijn lijf die altijd al het thuis van mijn emotionele wereld is geweest. Het spreidt zich uit naar mijn navel, naar mijn schaambot en kruipt omhoog naar mijn middenrif waar het mijn ademhaling bemoeilijkt. Het is geen prettige kriebel, het is een kriebel die voelt als een rat die door mijn organen woelt, zoekend naar een uitgang.
Als klein meisje voelde ik het al, deze kriebel. Het overviel me als ik rozig en half slaapdronken bij mijn moeder in bed kroop, op zoek naar dat kleine stukje overgebleven warmte na een nacht slapen. Later, als opgroeiende jonge vrouw, greep het me bij de schouders en trok me onder denkbeeldig water als ik de armen van een geliefde om me heen voelde. En nu, technisch gezien geen jongvolwassene meer maar een volwaardig volwassene, beneemt de kriebel me nog steeds de adem. Ik dacht altijd dat ik er voorbij zou groeien.
Het is een nutteloos waarschuwingssignaal, bedenk ik me als ik de warmte van de sauna in me opneem. Het spoort me aan om weg te gaan, te vluchten, het liefst rennend de plek te verlaten waar ik me op dat moment bevind. Ik bedenk me tevens dat dit gevoel slechts meester van me maakt om momenten dat ik comfortabel ben, dat ik me veilig voel. Terwijl het zweet uit elke porie van mijn huid gutst peins ik over de betekenis van dit signaal.
Ik kom tot de conclusie dat ik nog steeds, tot in elke vezel van mijn zijn, geloof dat deze momenten van comfort, van veiligheid, niet voor mij bedoeld zijn. De enige verklaring die mijn gedachten me geven is dat ik dit niet verdien.
(Belachelijk natuurlijk, toch? Uiteraard verdien ook ik, zelfs ik, enig comfort. Maar hoe bied je het hoofd aan niet alleen een geest, maar ook een lijf dat je wegduwt uit de meest fijne momenten van het leven?)
En dus vertrek ik uit de warmte en voel ik mijn spieren weer aanspannen. De kriebel dooft en ik ervaar niet langer de intense behoefte om te vluchten. De rust is enigszins wedergekeerd, hoewel het drukkende besef van een treuzelend minderwaardigheidsgevoel langer blijft hangen.
Strigiformes, vrouw, 34 jaar
Log in om een reactie te plaatsen.
vorige
volgende