Jij met je mooie leeuwenogen

Je was er weer in mijn droom, terwijl ik op je terugkeer wacht. Je kreeg halverwege opeens een ander gezicht, en toen wilde ik je niet meer, je ziel was weg en daarmee de diepgang. Dit zal op mijn eeuwige liefde voor jou duiden, en de gewaarwording dat je onvervangbaar bent, blijkbaar, mijn hart accepteert geen ander, omdat het gewoon niet past. Mijn droom brengt ook het eeuwige missen naar voren.
Ik wacht en brand kaarsjes voor je vader en praat tegen je in mijn hoofd, probeer signalen op te vangen. In mijn droom sloot je me weer in je armen, maar nam je tegelijkertijd ook weer afscheid, we hebben waarschijnlijk te vaak en te rigoreus afscheid van elkaar moeten nemen.
Waar ben je nu, vraag ik me af. Ik begrijp volkomen dat het om praktische redenen moeilijk is iets van je te horen, je zit immers zo ver weg en er drukt nu een grote verantwoordelijkheid op je, maar het valt me zwaar, het wachten. De pijn vervaagt ook niet met de tijd. Ik slaap moeilijk en huil vaak uit het niets, om je vader en jou. Ookal leef je, ik heb het gevoel dat met de dood van je vader jouw ziel ons ook heeft verlaten. Maar deze gedachte wordt ook gevoed door de laatste beelden die ik van je heb. Je staarde naar de kist, je huilde in mijn armen, je bleef het staren afwisselen met huilen. Je had een lege blik opeens, de agressie in je leek uitgedoofd. Of dit echt zo is weet ik niet, het ging allemaal zo snel. Je kon nog wel genieten van kleine mooie intieme momenten en dit geeft me hoop, maar waarschijnlijk deed je op die dag veel op een soort automatische piloot, en komt de bezinking later pas, met alle gevoelens van leegte, verwarring en pijn vandien.
Je gaf wel blijk van liefde, omhelsde me zelfs nu voor het eerst in al die jaren terwijl je moeder ook in de woonkamer stond. Je pakte zelfs ergens even stiekem mijn hand, terwijl je dit soort gestes weigerde.
Je huilde in mijn armen toen we je vader opgebaard zag liggen.
Je gedroeg je ook weer als de chaperone, beschermde me en zorgde voor me.
Ik vond het prachtig dat je me s morgensvroeg op kwam zoeken, terwijl ik nog half lag te slapen. Je plofte neer met het zoontje van je zus in je armen en bedekte mijn benen met een laken.
Je glimlachte weer naar me met die tederheid, dat pure.
Ik vraag me af wat het allemaat te betekenen heeft. Wat ging er door je heen. Er waren nu ook teveel mensen om ons heen om een gesprek te kunnen voeren.
Je ogen keken nu wel weer anders naar me, alsof je je hart opende en alsof al het andere even onbelangrijk was. Ik zag je kwetsbaarheid weer even. Ik zei dat ik nog steeds van je hield, en dat dat nooit zal veranderen, en vroeg of dat je stoorde. Integendeel, antwoordde je. Toen zei jij ook dat je van me hield, dat je me niet voor niks zo vaak belt. Ik weet niet wat er met je woede gebeurd is. Ik neem aan dat je de hoop op een verzoening in mijn ogen kan zien. Voorheen zei je dan gelijk iets om blijkt te geven van je verzet tegen deze hoop. Dat deed je nu niet.
Je vrienden beweren dat je te trots bent om het goed te maken, ze schijnen vaak boos op je worden dan te herhalen dat hij nooit iemand zal vinden die zoveel van hem zal houden als ik.
De uren dat ik bij je was liet je me weer even in je hart en het voelde weer zoals toen, ik vraag me af wat je er mee gaat doen, ik trok de conclusie dat onze liefde onveranderd is dit lijkt me iets bijzonders, ik wil er iets mee doen, in de toekomst. Maar misschien denk jij hier heel anders over.
Ik wacht op antwoorden.
Ik probeer te ondergaan, me niet te verzetten tegen alle emoties en gedachten die dagelijkse routine nu in de war schoppen.
Ik kan ook niet veel meer dan wachten helaas, aangezien ik je niet bereiken kan.
Ik ga wel door met mijn leven, zo goed en zo kwaad als het gaat, maar houd mannen op een afstand.
In sex heb ik al helemaal geen zin.
Maar ik ben ook nog in rouw. De pijn van de dood van je vader schudt me ook op de meest rare momenten weer wakker, alsof ik normaal gezien in een soort roes leef, en het bestaan van de dood negeer.
Ik ben sterk, dat is tenminste iets waar ik blij mee kan zijn. Ook ben ik onafhankelijk en weet ik wat ik wil. Mijn liefde voor jou gaat zo diep dat ik er soms van schrik, ik kan je maanden niet zien en als ik je dan weer zie betover je me weer opnieuw, waan ik me weer in warm veilig nest.
Ik wens je sterkte toe. Mijn woorden zijn vandaag niet erg helder. Er gaat teveel door mijn hoofd.
Ik wacht op je.
Take care.
Ti amo, je t aime mon cher.
30 jul 2006 - meld ongepast verhaal
Weet je zeker dat je dit verhaal wilt rapporteren? Ja | Nee
Profielfoto van bella
bella, vrouw, 43 jaar
   
Log in om een reactie te plaatsen.   vorige volgende