Praten is zwakte

Geïnspireerd door een zekere Carrie Bradshaw klim ik in de pen. Gisteren besloot ik een eigen Netflix-account aan te maken - weer zo'n stap in je volwassen leven - en toen zag ik Sex and the City. Ik ben geen (totale) boomer: ik kende de serie en al haar personages en had zelfs enkele afleveringen gezien, maar de mogelijkheid haar te bingewatchen had ik tot nog toe niet gehad. Dus, eerste aflevering van het eerste seizoen.

Waar zou het over gegaan zijn?

Samantha is mijn favoriet (van wie niet?) en qua libido mijn absolute spirit animal. Zij brengt het alleen in de praktijk, ik wou dat ik het lef had.

Anywho, mijn stelling van vandaag is dus dat praten gelijkstaat aan zwakte. Men beweert altijd bij hoog en bij laag dat praten juist laat zien dat je kwetsbaar bent, en dat die kwetsbaarheid juist goed is. Echt, fúck dat. Ik vraag me af waarom dat gezegd wordt. Nee, dat is niet waar, besef ik nu al schrijvende: het argument voor de stelling dat praten goed is, is dat het je ware aard blootlegt en dat je zodoende alle schijn van je af laat glijden.

Praten is, met andere woorden, intrinsiek waardevol. Met dit argument ben ik het eens: ik heb een bloedhekel aan nep gedoe. En ik kijk er meestal ook dwars doorheen. Als ik zie dat mensen een façade aan het hooghouden zijn, dan voel ik een combinatie van medelijden en pure woede. Medelijden, want: ach, koekje, je durft niet toe te geven wat overduidelijk is? Ach, angst. Woede, want: waarom o waarom heb je niet het lef om gewoon te zeggen waar het op staat? Onuitstaanbaar.

Maar goed, dat is één kant van het verhaal. De andere is dat praten meestentijds fuck all instrumentele waarde heeft. Oftewel: pratende krijg je vaak niet waar je naar verlangt. Zo'n façade is wellicht zo slecht nog niet. Je verbloemt het een en ander in naam van het hogere doel.

Oké, een heleboel vaagheden bij elkaar. Neem mij als voorbeeld. Op dit moment is een van mijn grootste behoeftes een gevoel van volwaardigheid, van gelijkwaardigheid, van capaciteit. Ik bedoel even niet intellectuele capaciteit: die bezit ik en daar twijfel ik (bijna) niet aan. Mijn sociale capaciteit, daarentegen, laat te wensen over, en wel op een specifiek terrein. Sure, mensen vinden me meestal wel aardig en lief, maar nemen ze me serieus? Denken ze: daar staat een jongen die weet wat hij aan het doen is? Fuck no.

Wanneer ik een fout maak, geef ik het meteen toe. Ik zeg duizendmaal sorry.
Wanneer ik het even niet weet, leg ik mijn probleem voor aan de ander.
Wanneer ik het even niet weet, is dat te merken aan mijn spraak.

Gevolg: heel veel schouderklopjes ("Jawel, je doet het wel goed!"knipoog, heel veel ongevraagde adviezen ("Ik zou ... doen als ik jou was.) en - niet te vergeten - heel wat lieve lachjes. Zo van: ach liefje toch, wat sta je daar toch beteuterd.

En nee, dit beeld ik me niet in. Ik wil in dit geval echt niet horen dat ik het bij het verkeerde eind heb, want dat is pertinent onjuist.

Wat denk je dat dergelijke schouderklopjes, adviezen en lachjes met mijn gevoel van volwaardigheid, gelijkwaardigheid en capaciteit doen? Absolutely detrimental negative causal effect.

Ik weet dat ik het uitlok. Door mijn bek open te trekken. Ik ben een open type, ik praat nou eenmaal veel. Ergens zit het in mijn karakter. Er zijn echter zat momenten waarop ik zou kunnen denken: en nu hou je je muil en zet je een pokerface op.

En zelfs als ik niet (met geluid) praat, laat ik mezelf kennen. Ik kijk op een bepaalde manier, die mensen precies het bovenstaande doet denken: ach liefje toch.

ZO WIL IK NIET BESCHOUWD WORDEN, GODVERDOMME.

Ik zeg jullie eerlijk, vaak schrijf en post ik op sociale media (waaronder myDiary, trouwens) in de hoop dat andere mensen hun goedkeuring geven. Met een like, met een reactie. Iets, verdomme. Want ik kan mezelf niet goedkeuren. Ik heb de ander nodig, terwijl ik eigenlijk niemand nodig wil hebben. Een gevoel van volwaardigheid, gelijkwaardigheid en capaciteit kan in mijn ogen alleen ontstaan als je in de meeste gevallen kunt terugvallen op jezelf. Ik kan ook terugvallen op mezelf, maar niet in mijn gedachtes. Die kunnen me helemaal kapotmaken.

Dus, vandaar: praten is zwakte. Het heeft in veel gevallen niet de instrumentele waarde waarvan je wilt dat het het heeft.

Ik ga proberen mijn mond te houden. Ik zal nog vaak falen, maar hopelijk is er een stijgende lijn.


Joe.
07 sep 2024 - bewerkt op 07 sep 2024 - meld ongepast verhaal
Weet je zeker dat je dit verhaal wilt rapporteren? Ja | Nee
Profielfoto van Curacaotje
Curacaotje, man, 23 jaar
   
Log in om een reactie te plaatsen.   vorige volgende