Toekomst

In de kantine koop ik een stuk carrot cake. Twee euro en vijfenzeventig cent. Slik. Ik eet het langzaam op met een te grote vork. Jum. Tussendoor leer ik nog wat Italiaans. L'insalata. La carne. Cool. We kijken naar filmpjes op Youtube die nergens op slaan, maar op een of andere manier grappig zijn. Ik koop nog wat thee, kamille. Ik luister wat muziek, Glass Animals. Het is een beetje rust nemen, terwijl je daar eigenlijk geen tijd voor hebt; de tentamens komen eraan. We krijgen een hoorcollege dat over onze toekomst gaat, waarin wordt verteld op welke site we kunnen kijken. Voor masters en minors en ja, wat wil je nou doen?

Ik denk aan een minor persoonlijkheid en relaties, wat vakken van jeugdstudies, wat vakken van cultuur en discriminatie, mijn moeder zegt: 'Jeugdstudies? Maar je haat toch kinderen?', en dan weet ik het niet meer, nee. Ik vind de manier waarop mensen ontwikkelen en veranderen leuk en dat gebeurt vooral in de puberteit en dus vind ik de puberteit leuk. Ik hoef alleen niet direct met pubers te werken. Of kinderen.
En iedereen en zijn moeder doet zo'n soort studie, omdat ze kinderen leuk vinden, ze passen al hun halve leven op de kinderen van de buren op, ja, kinderen zijn ze the bomb, ze willen er later zestig uit hun vagina persen. En ik tolereer kinderen, zie ze een beetje als projecten die nog niet klaar zijn, klei die nog in vorm gekneden moet worden, canvasdoeken met één streep erop, geen enkele moedergevoelens. En vervolgens wil ik vakken van 'jeugdstudies' gaan volgen.
Nou ja, in 'jeugdstudies' staan adolescenten centraal, pubers, de doeken met een grondlaagje verf, pubers en seksualiteit, pubers en muziek, pubers en verslavingen, de ontwikkeling van pubers.

Het is raar om te bedenken dat ik op mijn eenentwintigste, waarschijnlijk, al een bachelor heb afgerond en een master moet gaan verzinnen en het is nog raarder om te bedenken dat ik nu al moet gaan oriënteren op die master, man, wát wil ik doen? En ik heb het gevoel dat ik mezelf klem zet met een keuze, straks zit ik vast in de jeugdstudies, moet ik direct contact met kinderen hebben, haat ik mijn leven, vraag ik me af waarom ik dit heb gekozen, ik houd niet van kinderen, ik ben te nuchter en te saai voor kinderen.
En daar denk ik over in de tussenuren, die ik van mijn broer geen 'tussenuren' mag noemen, 'Wat dan? De uren die tussen mijn twee colleges zaten? Nou?', ik vind het moeilijk. En wat voor baan kan ik er dan mee doen? Geen idee.

Als ik om kwart voor vier 's middags de trein in stap, is het zo druk dat ik maar de eerste de beste plek neem. Aan de andere kant van het gangpad zit een oudere man bier te drinken, er staan twee blikken Amstel. Ik besluit om maar uit het raam te kijken. In de weerspiegeling zie ik dat hij mijn richting opkijkt, al lachend, al bier drinkend, soms kuchend. Uit ongemakkelijkheid ga ik op mijn mobiel kijken. Twee haltes later staart hij me nog steeds aan, ik hoor een nieuw biertje opengaan en ik besluit om een ander plekje op te zoeken.
Daar zit ik dan, geïrriteerd. Ik hoor de man nu achter me lachen en hoesten en proesten en voel een zekere onveiligheid. Als ik uitstap, loop ik extra ver om niet langs de plek van de man te hoeven. Dan blijkt dat hij bij dezelfde halte uitstapt. Ik loop snel tot ik achter iemand anders loop, een man, om vervolgens van de trap te rennen, mijn fiets te pakken en weg te racen.
Thuis ben ik veilig, maar nog steeds geïrriteerd, ik weet dat ik een jonge meid ben, maar dat ik me door de blik van iemand onveilig voel, dat is onnodig.

Het idee dat ik over drie jaar al een studie achter de rug heb zitten, vind ik eng, ik voel me nog zo onvolwassen, zo kinderlijk, ik bén nog het onderwerp waar ik een studie naar wil doen, een doodgewone tiener zonder doel in het leven. Zo voelt het.
Was ik nou maar in de leer gegaan bij een patissier denk ik dan, terwijl ik een carrot cake zit te mixen, vastberaden om een betere te maken dan ik in de kantine had. Vervolgens probeer ik kaneel op een theelepel te schudden, maar werkt het niet en denk ik: ach, dit is vast een theelepel. Mijn cake ruikt kruidig. Hij ziet er wel mooi uit. Morgen hebben we bezoek en smeer ik er nog een laagje roomkaas overheen.
Ik droom van slagroom-, mokka-, schwarzwalderkirschtaarten, vlaaien, crème brûlée, chocolade éclairs, hele mooie cupcakes en opgemaakte koekjes. Misschien moet ik ooit eens een cursus gaan doen. Een cursus patisserie.
Voor idioten die binnen twee minuten hun hele trui al onder de bloem hebben weten te krijgen en bakpapier altijd verkeerd knippen.

Vroeger wilde ik altijd een klein bakkerswinkeltje hebben, met heel veel zoet, zoete broodjes en zoete koekjes, speculaasjes en marsepeintjes, puddingbroodjes en het liefst ook bonbons, dat is geen bakker, hè? Het is dat ik een lompe boer ben. Niet goed met mijn handen. Niet netjes. En iedereen in het gezin is op dieet, nee, maak maar geen koekjes, we moeten afvallen, doe maar als er weer iets speciaals is. Dus ik kan niet echt oefenen.
En ze zijn niet blij met me, want ik maak de hele keuken vies.

Ik moet eigenlijk leren, maar ik stel het uit. Dus laat ik nu maar eens iets doen. Ik nam net een klein stukje van mijn carrot cake, om te proeven, maar toen werd mijn moeder boos, want nu is hij niet meer heel, maar ja. Wat maakt dat nou uit. De cake is erg sinaasappelig. Dat is een nieuw woord.
21 jan 2017 - meld ongepast verhaal
Weet je zeker dat je dit verhaal wilt rapporteren? Ja | Nee
Profielfoto van iAngel
iAngel, vrouw, 26 jaar
   
Log in om een reactie te plaatsen.   vorige volgende